Huisartsenpraktijk van Eerd

Zes verborgen dikmakers

De dikmakers van deze eeuw kennen we inmiddels wel: snoep, cake en patat. O ja, niet te vergeten chocoladerepen, donuts en chips. En suikerrijke vruchtensappen. Zo kunnen we natuurlijk nog wel even doorgaan, maar dit is niets nieuws. Er zijn ook genoeg verborgen dikmakers die sluipenderwijs voor overgewicht zorgen zonder dat we het doorhebben.

 

Verborgen dikmaker 1: geen verzadigingssignaal

Sommige mensen kunnen eten wat ze willen zonder dat ze een gevoel van verzadiging doorkrijgen. Ze hebben voor hun gevoel dus altijd trek. Dit kan meerdere oorzaken hebben. In extreme gevallen, waarbij er al vanaf de zeer jonge kinderleeftijd  sprake is van ernstig overgewicht en vaak andere bijkomende problemen kan dit veroorzaakt worden door een genetische afwijking. In deze situatie kun je het beste contact opnemen met je huisarts.

 

Verborgen dikmaker 2: visuele prikkels en gedachtegang

Je wacht op de trein en ziet tal van reclame-uitingen met koek en snoep om je heen. In eerste instantie had je helemaal geen behoefte aan deze onnodige suikerbommen, maar door de visuele prikkels denk je dat je het nodig hebt. Sterker nog: je lichaam gaat zich al voorbereiden dat die suikerbom binnenkomt en gaat maag-darmhormonen aanmaken die signalen afgeven aan je hersenen waardoor je suiker omlaag gaat en je trek gestimuleerd wordt. Een van de bekendere hormonen hiervan is insuline. Het ligt dus heel simpel: je ziet snoep, je denkt aan snoep, je wilt snoep (maar eigenlijk heb je het helemaal niet nodig!).

 

Verborgen dikmaker 3: stress en cortisol

Tijdens een stressvolle periode die langdurig aanhoudt wordt er meer van het hormoon cortisol aangemaakt, daarom wordt het ook wel het stresshormoon genoemd. Sommigen krijgen door dit extra cortisol meer trek in calorierijk voedsel, maar tegelijkertijd geldt: hoe meer suiker je eet, hoe meer cortisol er wordt aangemaakt. Je zit dus in een vicieuze cirkel, want het één versterkt het ander. Probeer bij langdurige stress hier op te letten en probeer zo mogelijk de behoefte aan suiker op te vangen met het eten van gezonde producten zoals fruit.

Verborgen dikmaker 4: medicatie

Sommige medicatie maakt je beter, maar helaas ook dik. De bijwerkingen zorgen voor deze gewichtstoename. Als je merkt dat je na het starten van een medicijn snel in gewicht bent aangekomen, zou je met je behandelend arts kunnen bespreken of er mogelijkheden zijn om over te stappen op een ander medicijn zonder dezelfde bijwerking(en). Medicijnen die je mogelijk dik maken, zijn:

Antidepressiva
Antipsychotica
Anti-epileptica
Antihypertensiva
Antidiabetica
Corticosteroïden

Let op: binnen deze groepen van medicijnen zijn er ook middelen die geen gewichtstoename geven als bijwerking.

 

Verborgen dikmaker 5: teveel opscheppen

Je hebt je uitgesloofd in de keuken en nu ga je ervan genieten ook! Doe dat zeker, maar met mate. Als er eten in de pan blijft liggen, ben je geneigd dit diezelfde avond op te eten. Vaak heb je al genoeg op, maar voel je dit pas een tijdje later. Bij de een komt dit gevoel van verzadiging sneller dan bij de ander. Wacht daarom met een tweede keer opscheppen tot je zeker weet dat je nog trek hebt. En eet bijvoorbeeld met een wat kleinere lepel en kauw goed, zodat het wat langer duurt dat je bord leeg is en je lichaam tijd heeft om de verzadigingshormonen aan te maken. Bovendien heb je de volgende dag meer tijd voor andere dingen als je die tweede portie de volgende dag opeet.

 

Verborgen dikmaker 6: jojo-effect

Je denkt goed bezig te zijn, want je gaat op een streng dieet. Op het eerste gezicht lijkt dit hartstikke gezond. Helaas vallen de meeste mensen na een dieet weer in de hun oude gewoontes, waardoor er een jojo-effect ontstaat. Ze vallen af, komen aan, vallen af, komen aan etc. De reden hiervoor is nog niet zo lang geleden opgehelderd. Als je namelijk een aantal weken maar heel weinig calorieën binnen krijgt, raakt je eetlust-regelsysteem van slag. Zelfs een jaar later nog zijn je hongerhormonen verhoogd, je verzadigingshormonen verlaagd, wat resulteert in meer trek in eten. Daarnaast gaat de verbranding door streng lijnen ook omlaag.

Dus van streng lijnen val je goed af in het begin, maar kom je meestal weer aan op de lange termijn. Je kunt daarom beter niet lijnen, maar je qua eten proberen te houden aan de Schijf van Vijf en zorgen voor voldoende lichaamsbeweging. En dan op zo’n manier dat het voor jou een prettige manier van leven is. Dat is wat wél werkt voor de lange termijn.

 

Auteur: Jacqueline van Kuler, in samenwerking met Prof. Dr. Liesbeth van Rossum, Internist-endocrinoloog in het Erasmus MC en Hoofd Centrum Gezond Gewicht, divisie volwassenen

Terug naar overzicht